Uit onderzoek weten we dat positieve en negatieve emoties allebei noodzakelijk zijn voor je ontwikkeling. Tot voor kort werd er in de psychologie veel aandacht gegeven aan negatieve emoties zoals angst en somberheid.
Omdat die negatieve emoties vaak gepaard gaan met lijden, is het belangrijk om er onderzoek naar te doen en behandelingen te kunnen aanbieden.
Vanuit een evolutionair perspectief zijn negatieve emoties ook nodig. Ze wijzen je op gevaar, op dingen die je moet veranderen of vermijden. Je hebt ze nodig voor je ontwikkeling.
Neem bijvoorbeeld een negatief gevoel zoals eenzaamheid. Dat ervaren nu waarschijnlijk meer mensen dan ooit tevoren. In een bepaalde mate is zo’n emotie functioneel omdat het je aan zal zetten om sociaal contact te zoeken. Om te denken in mogelijkheden en niet onmogelijkheden. Velen van ons, op welke leeftijd dan ook, hebben de digitale mogelijkheden om contact te hebben met elkaar nu omarmt. Terwijl ze er eerst wellicht erg op tegen waren. Zo kan het negatieve gevoel van eenzaamheid wellicht worden omgezet in iets positiefs.
Er zijn natuurlijk ook allerlei dagelijkse negatieve emoties, zoals een beetje frustratie of angst. Negatieve emoties die je functioneren niet sterk beïnvloeden en die zoals dat in psychologische termen heet ‘geen lijden’ veroorzaken. vanuit de levenslooppsychologie een accepterende houding.
Focus er niet op, doe er niet te veel mee, laat ze er gewoon zijn. En richt daarna je aandacht op de positieve emoties.
Daarnaast hebben we ook allemaal intensere en hevigere negatieve emoties die meer lijden veroorzaken of ons echt uit ons evenwicht brengen. Denk aan overlijden, het verliezen van je baan of ernstig ziek worden.
Dat brengt emoties met zich mee van een andere orde, die veel meer impact hebben op ons welbevinden.
Vanuit de levenslooppsychologie kijken we hoe we mensen kunnen ondersteunen om met die grote tegenslag toch groei te bevorderen of meer welbevinden te creëren.
En één van de bekendste onderzoekers op dit gebied is Barbara Fredrickson. Zij is eigenlijk de grondlegger van het broaden- en build model. En dat model stelt dat positieve emoties zoals: dankbaarheid, plezier, trots, liefde dat deze emoties bijdragen aan ons welbevinden. En deze theorie is inmiddels ook al door verschillende andere onderzoekers bevestigd. En waarom dragen positieve emoties nu bij aan ons welbevinden?
Barbara Fredrickson ontdekte dat positieve emoties de aandacht verbreden, terwijl onplezierige of negatieve emoties de aandacht versmallen.
Als je een breed welbevinden gaat meten of iets als geluk blijkt uit onderzoek dat daar een genetische factor in speelt. Maar kijk je naar positieve emoties in het dagelijks leven, dan blijkt dat aanleg eigenlijk geen rol speelt, maar wat je dagelijks doet wel.
Als je je dagelijks leven zo inricht, dat je meer positieve emoties ervaart, vergroot je daarmee je welbevinden. Dat vereist: stilstaan en reflecteren.
Het leven is tegenwoordig een sneltrein. We hebben nauwelijks meer de tijd om even stil te staan, adem te halen en te kijken: wat ben ik nu eigenlijk aan het doen? Waar ben ik mee bezig? Hoe ben ik mijn leven aan het invullen?
Stilstaan geeft de mogelijkheid tot reflectie: met welke dingen vul ik nu mijn dagen en zijn dat de dingen waar ik blij van word of gelukkig?
Geven ze mij op het moment zelf positieve emoties?
Daarnaast is een belangrijke vraag: al die dingen die mij in het dagelijks leven positieve emoties geven, dragen die ook op langere termijn bij aan de invulling en betekenisvolheid van mijn leven?
Want dat is even belangrijk. Het gaat dus niet allen om plezierige dingen doen, maar ook om de vraag in welke mate die dingen bijdragen aan de waarden die jij belangrijk vindt in je leven. Dat vraagt dat mensen bewust gaan nadenken over wat ze echt belangrijk vinden.
Reactie plaatsen
Reacties