Hoe blijf je in beweging als je ziek bent of een chronische aandoening hebt? Ontdek hoe kleine vormen van beweging helpen om invloed te houden, veerkracht te versterken en verbonden te blijven met het leven.

 

 

Leven met een chronische aandoening vraagt om voortdurende afstemming. Niet alleen met de mensen om je heen, maar vooral met jezelf. Je hoofd wil vaak meer dan je lichaam toelaat. Je wilt vooruit, maar je lijf trekt aan de handrem. Op zulke momenten voelt bewegen bij ziekte niet vanzelfsprekend. En toch blijkt juist beweging een van de krachtigste manieren om beter om te gaan met ziekte, beperkingen en vermoeidheid.

 

Uit onderzoek van het Mulier Instituut (Popken & Smit, 2025, Sporten en bewegen met een chronische aandoening) blijkt dat veel mensen bewegen om hun gezondheid en vitaliteit op peil te houden. Niet om te presteren, maar om niet achteruit te gaan. Die wens om invloed te houden is belangrijker dan het resultaat zelf. Voor veel mensen is het gevoel van regie – weten dat je iets kunt doen – een bron van kracht.

Toch is het niet eenvoudig. Pijn, vermoeidheid en grillige dagen maken bewegen soms onvoorspelbaar. De ene dag lukt het om een flink stuk te wandelen, de volgende dag voelt zelfs de trap te veel. En precies daar ligt de uitdaging: hoe blijf je in beweging, binnen de grenzen van wat je lichaam toestaat?

 

Bewegen als vorm van zelfzorg

Wanneer je ziek bent, lijkt bewegen soms tegenstrijdig. Je wilt rust nemen, luisteren naar je lichaam, herstellen. En dat is terecht. Maar stilstaan kan je wereld ook kleiner maken. Beweging daarentegen brengt ruimte, ook als het klein is.

In mijn praktijk hoor ik vaak hoe mensen zoeken naar evenwicht. Ze willen niet over hun grenzen gaan, maar ook niet het gevoel verliezen dat ze nog iets kunnen doen. Die balans vraagt om zelfcompassie – mild zijn in plaats van streng. Je hoeft niets te bewijzen, je mag bewegen vanuit aandacht. Niet forceren, maar voelen.

 

Een deelnemer uit het onderzoek verwoordde het treffend:

“Je hoofd wil wel, maar je lijf niet, en dat is frustrerend.”

 

Die frustratie is herkenbaar. Toch ontstaat er iets bijzonders als je die spanning niet probeert te bestrijden, maar leert verdragen. Bewegen bij ziekte wordt dan een vorm van zelfzorg. Niet iets wat je moet, maar iets wat je jezelf gunt. Een manier om jezelf aandacht te geven, om veerkracht op te bouwen en de regie over je leven stukje bij beetje terug te vinden.

 

Meer over zelfcompassie bij ziekte lees je in het artikel Zelfcompassie en herstel: omgaan met grenzen op een milde manier.

 

De kracht van begeleiding en afstemming

Mensen met een chronische aandoening weten vaak goed wat ze niet meer kunnen. De kunst is om opnieuw te ontdekken wat er nog wél mogelijk is. Daarin speelt begeleiding een belangrijke rol. Een fysiotherapeut, coach of begeleider die jouw situatie begrijpt, kan helpen afstemmen: niet door te pushen, maar door mee te bewegen met jouw ritme.

 

Goede begeleiding betekent dat er iemand naast je staat die ziet wanneer iets te veel is, maar ook wanneer je meer kunt dan je denkt. Iemand die helpt om grenzen te herkennen zonder oordeel. Want bewegen bij ziekte is geen rechte lijn; het is een dans tussen kunnen en willen, tussen rust en herstel.

 

Het helpt ook om plezier terug te brengen in bewegen. Beweging hoeft geen sport te zijn. Soms is het een rustige wandeling, wat rekken, zwemmen of een moment van ademruimte in de tuin. Juist als je de nadruk verlegt van moeten naar mogen, ontstaat er ontspanning. Je beweegt dan niet om beter te worden, maar om beter te leven.

 

Wil je meer weten over de rol van vitaliteit en veerkracht bij langdurige ziekte, lees dan ook het artikel Bewegen voor vitaliteit – kleine stappen met grote betekenis binnen het thema Vitaliteit.

 

Blijven meedoen

Ziekte kan ervoor zorgen dat je je terugtrekt. Niet omdat je dat wilt, maar omdat het leven kleiner wordt. Bewegen helpt om verbonden te blijven met jezelf én met de wereld om je heen. Sommige mensen vinden dat in samen bewegen, anderen in stilte, in de natuur. Wat de vorm ook is: beweging helpt om te blijven voelen dat je onderdeel bent van iets groters dan de ziekte alleen.

Een deelnemer uit het onderzoek zei het zo mooi:

“Mijn kinderen zien me liever lachend dan huilend in een hoekje. Dus ik blijf bewegen, met wat ik heb gekregen.”

Dat raakt aan de kern van positieve psychologie: aandacht hebben voor wat wel kan, ook in moeilijke omstandigheden. Bewegen geeft niet alleen fysieke kracht, maar ook waardigheid. Het herinnert je eraan dat je er mag zijn, mét alles wat er is.

 

In beweging blijven, hoe klein ook

Bewegen bij ziekte vraagt moed, vertrouwen en mildheid. Het is geen race, maar een zoektocht. En soms is het genoeg om te weten dat je vandaag iets hebt gedaan dat goed was voor jou — hoe klein ook. Een paar minuten rekken, even buiten lopen, rustig ademhalen.

Juist die kleine momenten zorgen ervoor dat je je niet alleen patiënt voelt, maar mens. Ze brengen rust in je hoofd, kracht in je lijf en een gevoel van richting in dagen die grillig kunnen zijn. Zo wordt bewegen meer dan een activiteit. Het wordt een vorm van leven — van betekenisvol blijven, ook met ziekte.

 

Bron: Popken, N. & Smit, D. (2025). Sporten en bewegen met een chronische aandoening. Utrecht: Mulier Instituut. Geraadpleegd via www.kennisbanksportenbewegen.nl

Dit artikel maakt deel uit van het thema Omgaan met ziekte binnen mijn Positieve Psychologie Platform. Lees ook: Bewegen voor vitaliteit: kleine stappen met grote betekenis en Veerkracht ontwikkelen als je chronisch ziek bent, vitaliteit en positieve psychologie.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.